“Knikkers, knaken, duiten, poen, pegels, poet, pingping, centen, flappen, geld. Dat wat de rijken scheidt van de armen. Maar wat is geld? Alles als je het niet hebt, toch? De meeste mensen hebben een verkeerd beeld van geld. Is het simpelweg een ruilmateriaal voor goederen en diensten. Of is het iets ongrijpbaars? Zekerheid of geluk. Gemoedsrust? Of is geld een maatstaaf? Geld geeft geen gemoedsrust. Geld maakt niet gelukkig. Geld is de basis van de maatstaaf van iemands keuzes”, zo begint de Netflix serie: Ozark. Weet jij welke relatie jij hebt met geld? Die van mij is eentje van haat en liefde. Laat ik bij het begin beginnen.
“Je geld of je leven?” Ook wij riepen zoiets dergelijks in Frankrijk toen we als kinderen speelden op het schoolplein. Gelukkig was het maar spel en hoefde ik nooit echt te kiezen. Maar door de ziekte van Monique zette deze zin me wel weer aan het denken dit jaar. Want wat is geld als je er niet van kunt genieten? En wat is rijkdom nu echt? Voor mij is het mijn gezondheid en ook die van mijn vrouw en kinderen. Maar rijkdom is ook een respectvolle en liefdevolle relatie met familie, vrienden en klanten. Toch weet ik inmiddels dat geld vaak wordt verward met rijkdom. Is het verkeerd om te verlangen naar geld? Waarom hangt er vaak een vreemd luchtje aan geld verdienen? Of ruik ik dat alleen zelf?
Zo kwam ik bij mijn ouders. Mijn moeder schuift ons makkelijk wat geld toe, maar mijn vader juist helemaal niet. Hoe zou dit nu zo gegroeid zijn? Waarom is het voor de een iets om vast te houden en voor de ander juist iets om te delen. Ik besloot ook eens te kijken naar naar mijn grootouders (van mijn moeder’s kant). Zij woonde in een plaatsje net buiten Parijs, waar ik ook werd geboren. Mijn opa was een arbeider en moest ‘hard werken’ voor zijn centen. Hij was zuinig en van hem kreeg ik niet gauw iets extra’s. Mijn oma werkte bij de bank en schoof me vaak wat munten toe. “Van opa en van mij”, zei ze dan liefdevol, maar ik zag mijn opa dan altijd heel verbaasd kijken. Mijn opa schaamde zich behoorlijk, omdat mijn oma kostwinner was.
Toen ik in 1984 in Nederland kwam wonen, was een baan niet meer voor mij dan ‘brood op de plank’. Ik werkte bij Drost, een varkensslachterij in Schoonhoven, sjouwde met zakken klei voor Vingerling en waste af bij de Zalm, puur om mijn verblijf hier te kunnen betalen. Toen ik eindelijk mijn droombaan bij Kodak vond, werd ik opgeroepen voor mijn militaire dienstplicht. Bij terugkomst in Nederland begon ik eigenlijk weer helemaal opnieuw. Na enig geduld, vond ik een baan bij “S” Color, een groot fotovaklab in hartje Amsterdam. Mijn baas was een ‘rijk man’, dat wilde zeggen, hij bezat meer dan 10 grachtenpanden en 4 bedrijven gerelateerd aan fotografie, maar zijn gezondheid was slecht. Hij kon met zijn geld niet voorkomen dat hij veel te jong kwam te overlijden.
Vijftien jaar deed ik de dagdiensten en mijn collega de nachtdiensten, maar beiden brachten we onze tijd voornamelijk door in het donker. Bij het afdrukken van kleurnegatieven werk je niet met een rode lamp, zoals bij een zwart-wit doka, maar echt alleen in het pikdonker. Vooral in de winter zagen mijn ogen nauwelijks daglicht. Al voor 7.00 uur liep ik via het Damrak, Dam en Spuistraat naar de Singel. Na 15 jaar voor een baas te hebben gewerkt, begon ik mijn eigen vaklab: Lumino, samen met een collega. Ik had grote plannen en met het digitale tijdperk op de stoep, leek me dit een enorme uitdaging. Helaas wilde mijn business partner liever investeren in het ontwikkelen van dia’s en liet ik me uit de business kopen en kwam op straat te staan. Aan de lening die ik toen afsloot zit ik de komende 5 jaar nog vast.
Kort daarna vond ik een baan bij de Koninklijke Bibliotheek. Hier bestond mijn werk vooral uit scannen, maar ook fotograferen. De bibliotheek wilde haar materiaal digitaliseren, zodat het ook online beschikbaar zou worden. Soms moest ik naar de kelders, om de meest oude boeken op te halen. Dat was een bijzondere tijd. Maar door een ‘joint venture’ met het Amerikaanse bedrijf Strata, kwam ik na 2 jaar weer op straat te staan. In die tijd had ik Pfeiffer en deze time out zorgde me nogal voor wat kopzorgen rond onze financiën. En toen werd ik gevraagd door het Rijksmuseum. Fotograferen voor het Rijksmuseum en 'gevraagd worden', dat is wel heel bijzonder!
Een baan bij het Rijksmuseum, mijn vader liep naast zijn schoenen van trots. Dit was een baan waar je echt alleen van kon dromen. Hij zeker! En ik… ik sloeg hem af. Mijn vader begreep er niets van! Dit was te mooi om waar te zijn. Maar ik zag het heel anders. Het Rijksmuseum was tijdelijk gevestigd in Aalsmeer en dat zou, mede door de reistijd, betekenen dat ik nauwelijks meer thuis zou zijn en mijn vrouw en opgroeiende kinderen alleen in het weekend zou kunnen zien. Natuurlijk was de beslissing niet makkelijk en heb ik lang gedacht: Was dit wel een goede zet?
Toen ik weer hersteld was, solliciteerde ik op een baan in Alphen aan de Rijn. Helaas kreeg ik deze functie niet, maar had de directie een ander plan en zo kwam het dat ik voor het zusterbedrijf in België kwam te werken. Dit bedrijf haalde ik binnen een paar jaar uit de rode cijfers, daar was ik best trots op, omdat ik nauwelijks ervaring had met zo een functie en de bijbehorende taken. Maar door een vreemde wending, kon ik in 2010 alleen blijven, wanneer ik voor het Franse moederbedrijf zou gaan werken en dat betekende dat ik terug zou moeten gaan naar Frankrijk. Waarschijnlijk in de buurt van Parijs zou moeten wonen en dat wilde ik absoluut niet. Ik wilde in Nederland blijven.
En weer kwam ik thuis te zitten, maar dit keer besloot ik geen uitkering aan te vragen, daar was ik wel klaar mee. Het solliciteren en alles wat er bij kwam kijken, had gewoon niet mijn voorkeur. Het was een zware tijd voor mij en mijn gezin. Geld werd een grote bron van verwarring. Toch kwam er ook een mooie beslissing uit voort: een eigen fotostudio in Gouda. Mijn oog kwam te vallen op een prachtige ruimte in hartje Gouda. Alleen diegene die over het huurcontract zou gaan, lag in het ziekenhuis en het zag er naar uit dat dat niet goed zou aflopen. Monique nam daarom een baan in het onderwijs aan.
Op 1 november 2010 begon Monique als docent Engels op het MBO. Wonder boven wonder kreeg ik die dag ook de sleutel van de studio. De hele maand november en december was ik bezig met klussen en half januari 2011 opende de deuren van mijn fotostudio. Wat was ik trots! Ik werkte deels met Monique en deels alleen tijdens de fotoshoots. Dat was voor beide partijen een hele pittige tijd, vooral omdat we juist als 'team' elkaar zo goed aan weten te vullen. In februari 2012 zegde Monique, vrij onverwacht haar contract op. Zij zou in juni geen verlenging van haar contract meer krijgen, dus besloot zij eerder te stoppen. Het werken in het MBO onderwijs, examenklassen en alles wat hierbij komt kijken, in combinatie met de studio werd haar gewoonweg te zwaar.
Nu was de laatste stap naar volledige zelfstandigheid gemaakt. De eerste maanden vielen ons buitengewoon zwaar, zonder een maandelijkse vast inkomen om tenminste de huur van de studio te kunnen betalen. Fotograferen is een ding, ondernemen (waaronder sales en marketing) was duidelijk iets heel anders. Inmiddels bestaat onze fotostudio 9 jaar. We hebben veel klanten die de weg naar de studio hebben gevonden en we hebben ook veel vast klanten die al heel wat keren bij ons hebben geboekt. Dat is zo fijn en vertrouwd. En sinds vorig jaar begint ook de personal branding fotografie aan te trekken. Mensen leren ons ook als zakelijk fotograaf te vinden en dan vooral voor iets meer dan een profielfoto, maar echt foto's die zij dagelijks kunnen posten op sites als LinkedIn.
Helaas werd Monique begin januari 2020 ziek. Toen ze na ruim drie maanden aan de betere hand was, kwam ook het Corona virus nog om de hoek kijken. Natuurlijk geeft geld nu extra kopzorgen. Zeker als de huur van je bedrijfspand, de hypotheek, de lening, de vaste lasten en alle uitgaven van boodschappen e.d. gewoon doorgaan. Je kunt je kop in het zand steken, maar dat werkt niet. Toch probeer ik met liefde en vertrouwen naar het geld te kijken. Is ons bedrijf niet vruchtbaar genoeg, dan zal deze tijd het ons leren. Natuurlijk hopen we dat we straks weer de deuren van onze studio kunnen openen en in het ergste geval zullen moeten sluiten. Misschien vinden we andere wegen, misschien gaan we door zonder studio.
Maar ik wil geen slachtoffer zijn, die rol past mij niet (meer), niet in deze tijd. Ik kies ervoor om zelf de ‘macht’ in handen te houden, zelfs als het voelt alsof het allemaal juist uit je handen glipt. Lukt het om jouw boel weer op te pakken? De regie terugpakken geeft je ruimte om op jouw manier met lastige situaties te dealen. En daar heb je LEF voor nodig. Heb jij LEF? Liefde, Eenvoud en… Francis.
Ik zou het leuk vinden om een keer met je te sparren. Wat zie jij nu veranderen in deze tijd? Hoe zou jij je business na de Corona tijd zien? Of wat zie je nu misschien over het hoofd, omdat er zoveel op je pad komt en je vooral angst voelt. Die ken ik ook, maar misschien kan ik je nu al helpen om voorbij die angst te kijken... vooral te durven kijken. Ik help je graag omdenken. Misschien wil je dat ik een keer meekijk naar je website. Wat kan anders, wat kan beter? Je zichtbaarheid nu en straks, daar gaat het allemaal om. Ben je zichtbaar of heb je je luiken dichtgedaan en wacht je tot je weer mag beginnen? Twijfel niet? Bel me! Ik help je graag!
Tot die tijd: blijf binnen, blijf veilig, blijf gezond en vooral blijf BLIJ!